Monique Op Maandag #34 ♡ Stevensloop 2018
18 maart – nog net geen lente.
Het lijkt alsof Moeder Natuur met alle geweld nog een laatste restje winter eruit perst, figuratively speaking. Gisteren verschenen nog de – hoop ik – laatste sneeuwfoto’s vanuit Nederland, voor de komende maanden. Vandaag fiets ik met een sjaal strak voor mijn schrale lippen en dikke handschoenen richting het stadscentrum. Een lichte spanning is zich al aan het opbouwen.
We zetten onze fietsen in de stalling onder Doornroosje, vlakbij het centraal station, en zien in de verte al de massa mensen. Net als wij gehuld in verschillende lagen, mutsen op, handschoentjes aan. Ik ben niet alleen. Met mij zijn nog honderden anderen, maar ook papa en mama. Mama net als ik voorzien van hardloopschoenen en papieren nummer. We spelden het op terwijl we wat warm lopen door het Kronenburgerpark. Anders dan bij de Marikenloop lijkt er geen sprake te zijn van een gezamenlijke warming-up, wat we beiden wel jammer vinden. Dus we hoppen wat heen en weer en dribbelen tussen de vele andere hardlopers.
Langzaam kruipt het moment dichterbij. Mijn startsein is om 12.30, die van mama om 12.37. Ik geef mijn ouders een knuffel, wens mama succes en ga alvast naar het blauwe vak, waar iedereen wat ongeduldig, maar vooral ter voorkoming van kou, wat staat te springen van het ene op het andere been.
Dit is het moment wat ik leuk vind maar ook haat. Die spanning. De vragen. De twijfels.
“Wat als ik weer last van mijn enkel krijg?”
“Wat als ik het niet volhoud?”
“Wat als ik er niet klaar voor ben?”
“Wat als ik moet stoppen?”
“Wat als…”
Mijn tenen zijn koud, misschien een beetje verdoofd zelfs. Ik zie mezelf al voorover vallen als ik in beweging kom. Een paar meter verderop beginnen mensen te lopen. Het moment is daar.
❝Stevensloop 2018 is begonnen.
Ik dribbel naar de trechter en dan… gaat mijn tijd in.
Achter de meute aan, mijn tempo proberen te vinden. Het doet me denken aan mijn eerste run in 2016, toen ik steeds weer op zoek ging naar “mijn haasje”. Iemand die mijn tempo liep en me een beetje uitdaagde. Tegelijkertijd wil ik nu niet te veel van mezelf vragen – niet met mijn blessure, niet met deze weersomstandigheden. De eerste keer liep ik 49:15 en eigenlijk wilde ik daaronder komen, maar voor deze keer zou ik het mezelf vergeven als dat niet lukte.
Het eerste deel was nog prima, zo tussen de huizen. Maar opeens was daar de eerste windstoot…
❝Waarom wilde ik dit ook alweer?
Dat moment was er elke keer weer. Wanneer ik nog niet helemaal in de race zit en de spanningen nog spelen, ik me afvraag of ik wel écht 10 kilometer kan lopen (terwijl ik best weer van wel) en mijn spieren nog niet helemaal gewend zijn aan de beweging. Die eerste kilometer.
De volgende kilometers over de Oversteek – de “nieuwe” brug in Nijmegen – zijn zwaar. Zwaarder dan je wilt, zo aan het begin van je 10K. De wind komt van rechtsvoor en er is hier boven het water geen ontkomen aan. Dat belooft ook wat voor de dijken. In de verte zie je hoe de route verder gaat, waar de eersten al hun weg gaan. Een stukje dijk en weer de volgende brug. Het is een prachtige route, maar ik kan het niet helpen om mijn ogen vooral op de mensen vlak voor me te houden. In ieder geval moet ik dat tempo aanhouden en proberen zoveel mogelijk uit de wind te lopen.
Ik heb de kilometerbordjes tot nu toe gemist, maar bij de 5K wordt een tijd aangegeven. De start is 25 minuten geleden, dus mijn tempo is prima (later blijk ik 24:41 te hebben gelopen). Zoals altijd pak ik geen bekertje, te veel gedoe. Op de helft, dit gaat goed.
Het volgende deel, weer over de dijk, is opnieuw zwaar en vraagt veel van mijn energie. Dat merk ik wanneer we op de laatste twee kilometers komen, over de Waalbrug terug. De wind komt van links, ik heb een steek in mijn schouder en mijn benen beginnen zwaar te worden.
❝Ga ik het nog wel volhouden?
Een meisje houdt de 9K vast. “Het is nog maar één kilometer, Moni, you can do this,” spreek ik mezelf bemoedigend toe. Ik wil het graag geloven. Ik wil graag… We slaan het Valkenhof in, onder de muur en dan is het nog één bijna-rechte weg richting de finish. Ik wil sprinten, ik sprint altijd, maar mijn benen… mijn zware benen…
Maar dan zie ik de finish. In de verte. De tijd die langzaam verder tikt. En als vanzelf versnellen mijn benen, zweef ik als het ware over de stenen van de Burchtstraat. Links en rechts van mij hekken met mensen die wie-weet-wie aanmoedigen. Misschien mij wel. Maar ik hoor het niet. Ik zie enkel de finish die langzaam dichterbij komt. De klok erboven die een tijd aangeeft. Steeds dichterbij en dichterbij en dan…
Mijn telefoon trilt.
❝Monique is de 10 km van de Stevensloop gefinished. Eindtijd 50:39 netto.
Bam!
Ik neem mijn medaille en een flesje AA in ontvangst en wordt door papa opgevangen. I did it, I really did it! En wat een heerlijke tijd. We gaan nog even kijken tot mama binnenkomt met 57:59 en jup, dan zit het er alweer op.
Op naar de volgende run…
WIL JE MEER LEZEN? VOLG FREUD AND FRIES (EN MIJ) OOK OP FACEBOOK OF INSTAGRAM!
Social
Follow me on: